Dagrijlichten (dimlichten in het donker) zijn verplicht.
Veiligheidsuitrusting voor auto's Brandblusser
Gevarendriehoek
Veiligheidsuitrusting voor voetgangersVoetgangers die in het donker buiten de bebouwde kom op de weg lopen, moeten op hun kleding reflecterende elementen dragen die zichtbaar zijn voor andere weggebruikers, tenzij zij op een voetpad of trottoir lopen.
Verplichte veiligheidsuitrusting voor fietsersminstens één witte of gele koplamp of een knipperlichtminstens één reflecterend rood achterlichtminstens één constant of flikkerend achterlichtminstens één rem in goede staateen bel of een ander, niet schel klinkend waarschuwingssignaalrichtingaanwijzers, alleen als handsignalen onmogelijk zijn door het ontwerp van de fiets of aanhangwagen
Overdag hoeven er geen lichten aan de fiets bevestigd te zijn. Achteraan moet wel permanent een rode reflector bevestigd zijn. Bovendien mogen fietsen worden uitgerust met: oranje reflectoren op de pedalen een witte reflector vooraan oranje reflectoren aan de wielen (en in dat geval minstens één per wiel)een reflecterende strook op de band of het wiel
Een fiets met aanhangwagen mag niet langer dan 4 meter zijn. Fietsen is verboden op autowegen en autosnelwegen. Kinderen onder de 7 jaar moeten op de fiets in een speciaal fietsstoeltje zitten.
VoetgangersVoetgangers die een weg of spoor oversteken, moeten voorzichtig zijn en zebrapaden gebruiken. Voetgangers op een zebrapad hebben voorrang op voertuigen.
Als het dichtstbijzijnde zebrapad op meer dan 100 meter afstand ligt, mogen voetgangers de weg op een andere plek oversteken. Aan een kruispunt mogen voetgangers ook oversteken als er een zebrapad op minder dan 100 meter afstand is. Oversteken op een andere plaats dan het zebrapad is evenwel alleen toegestaan als de verkeersveiligheid niet in het gedrang komt en het verkeer niet gehinderd wordt. Voetgangers moeten dan voorrang geven aan voertuigen en de kortste weg kiezen. Het is voetgangers verboden de rijweg op te gaanvlak voor een rijdend voertuig, zelfs op het zebrapad van achter een voertuig of een ander voorwerp dat het zicht belemmertde rijweg over te steken op een plaats waar de weg niet goed zichtbaar iste treuzelen of onnodig te stoppen bij het overstekenonnodig te rennen bij het overstekenop sporen te lopensporen over te steken als een slagboom of halve slagboom neergelaten is of wordtde rijweg over te steken op een punt waar een vangrail of een andere hindernis het voetpad of trottoir scheidt van de rijweg, ongeacht aan welke kant van de rijweg die hindernis zich bevindt