Busbanen mogen worden gebruikt door alle voertuigen die bestemd zijn voor het vervoer van meer dan acht passagiers (bestuurder niet meegerekend). Fietsers – en soms ook taxi's en motorvoertuigen op twee wielen – mogen doorgaans gebruikmaken van de busbaan wanneer die operationeel is. Voor andere voertuigen is het gebruik van de busbaan, wanneer die operationeel is, verboden, behalve voor laden en lossen (voor zover dit niet door verkeerstekens wordt verboden).
Busbanen worden doorgaans gemarkeerd met verkeerstekens, die ook aangeven wanneer zij operationeel zijn en voor welke voertuigen zij bestemd zijn. Als een tijdsaanduiding ontbreekt, moet u ervan uitgaan dat de busbaan permanent operationeel is.
Sommige busbanen zijn alleen voor plaatselijke busdiensten bestemd, zodat bijvoorbeeld touringcars er geen gebruik van mogen maken. Dit wordt doorgaans met borden aangegeven.
Voorbeelden:
Permanente busbaan voor lokale busdiensten, fietsers en taxi's.
Rijstrook die in de spitsuren alleen door bussen en fietsers mag worden gebruikt.
Rijstrook die overdag (behalve 's zondags) alleen door bussen, taxi's, fietsers en motorvoertuigen op twee wielen mag worden gebruikt.
Vrachtwagens boven 7,5 ton mogen niet op de rechterrijstrook rijden op autosnelwegen met meer dan twee rijstroken.
Fietspaden en -stroken worden aangeduid met borden en wegmarkeringen. Auto's en vrachtwagens mogen niet rijden of parkeren op een fietsstrook die met een doorgetrokken lijn is afgebakend, tenzij uit de borden blijkt dat de fietsstrook niet operationeel is. Auto's en vrachtwagens mogen niet rijden of parkeren op een fietsstrook die met een onderbroken lijn is afgebakend, tenzij dit onvermijdelijk is. Auto's en vrachtwagens mogen niet stoppen op een fietsstrook als er een stopverbod geldt.
Carpoolstroken zien er meestal uit zoals een busbaan, van de rest van de rijbaan gescheiden door een doorgetrokken streep en met op regelmatige afstand de markering "2+lane". Ze worden bovendien aangeven met een verkeersbord met het "2+"-symbool.
Rijstroken kunnen ook voor andere soorten voertuigen worden gereserveerd. De beperking is niet altijd permanent van toepassing. Op de verkeersborden wordt in zulke gevallen aangegeven wanneer de rijstrook operationeel is. In de aangeven tijdsintervallen mogen andere bestuurders geen gebruik maken van de betrokken rijstrook.